Tag: onderzoek

“Wij bieden iets aan kinderen die tussen wal en schip vallen”

Irma Hein werkt als kinder- en jeugdpsychiater bij Levvel, daarnaast doet zij vanuit het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam (AMC-UvA) onderzoek naar het ontwikkelen van effectieve behandelingen voor kinderen die kindermishandeling hebben meegemaakt. Ze vertelt over het onderzoek en over waarom dit onderzoek zo belangrijk is.

“In Nederland verwacht je dat alles op orde en geregeld is voor kinderen die kindermishandeling hebben meegemaakt, maar dat is helaas nog niet zo. Er is nu een aanbod van behandelingen voor kinderen die gaan over het verwerken van een trauma, maar een grote groep kinderen is daar nog niet aan toe. Er moeten daarvoor nog andere dingen gebeuren om ervoor te zorgen dat deze kinderen openstaan voor behandeling en daar zijn wij mee bezig”, vertelt Irma over het belang van het onderzoek.

Onderwerp vermijden

Het volgen van traumatherapie is moeilijk voor deze kinderen, geeft Irma aan: “De gebeurtenissen zijn vaak gebeurd voor hun vierde jaar. Dan kan een kind jou daar dus niet zo makkelijk over vertellen. Soms weten ze niet wat er is gebeurd en hebben anderen hen dat ook niet verteld. Het kan ook zo zijn dat kinderen het onderwerp vermijden en het te spannend vinden om er over te praten. Door vroegere gebeurtenissen vertrouwen ze anderen niet meer en zijn ze in zichzelf gekeerd. Ouders kunnen ook andere problemen opmerken, zoals dat kinderen lastig gedrag laten zien, niet goed luisteren, liegen of dingen stelen. Dat kan allemaal voortkomen uit de onderliggende traumatische gebeurtenissen.”

Werken aan vertrouwen

Om toch aan het trauma te werken moet je eerst de relatie met het kind verbeteren, aldus Irma. “Je moet bij kinderen waarbij het niet lukt om te praten over het trauma, werken aan vertrouwen en de gehechtheid. Het kind moet weten wat er vroeger is gebeurd en dat we er alles aan doen om het kind te helpen. Het is daarbij ook belangrijk dat de situatie stabiel blijft tijdens de behandeling, dat de opvoeder achter het kind staat en beschikbaar is om het kind te steunen tijdens traumatherapie. Daar gaat onze nieuwe behandelmethode ook over.”

Effectiviteit van de behandeling

Tijdens het onderzoek dat Irma nu uitvoert test ze de nieuwe behandelmethode: “We willen weten hoe effectief de behandeling is en of het echt werkt bij PTSS symptomen, gedragsproblemen, emotieregulatie en gehechtheid. De eerste reacties op de behandeling zijn in ieder geval positief, van ouders/verzorgers horen we dat ze veel dingen hebben geleerd over hun kind dat ze eerst niet wisten en daardoor weten ze ook beter hoe ze ermee om kunnen gaan. Van kinderen zelf horen we dat ze er vaak in eerste instantie geen zin in hebben, maar dat achteraf toch blijkt dat de behandeling helpt. Dat is fijn om te horen, want daar doen we het voor.”

Een nieuw aanbod

Met de nieuwe behandeling ontstaat er een nieuw aanbod, Integratieve Gehechtheidsbevorderende Traumabehandeling voor Kinderen, ook voor kinderen bij wie de directe traumaverwerking nog niet mogelijk was. “Hiermee bieden we iets aan de kinderen die tussen wal en schip vallen. Het is echt zonde als we juist de groep kinderen met de meest ernstige klachten, die het hardst behandeling nodig heeft, niet kunnen bereiken met de huidige bewezen effectieve interventies. Daarom is het juist zo belangrijk dat wij dit doen. Wij willen dat het zo goed mogelijk gaat met deze kinderen, dat ze zich kunnen ontwikkelen, relaties kunnen hebben, een plek hebben om te wonen, naar school kunnen gaan en een zo normaal mogelijk leven hebben.”

Over Levvel

Bij Levvel werken specialisten voor jeugd en gezin. Ze helpen kinderen, jongeren en (pleeg)gezinnen in lastige situaties weer op weg. Zodat ze met een stevige basis de toekomst tegemoet kunnen. Levvel biedt alle hulp onder één dak: van opvoedondersteuning tot specialistische jeugdhulp en zelfs complexe psychiatrische zorg. Ze werken intensief samen met ouders, familieleden en andere mensen uit de omgeving van een gezin. En met andere hulpverleners. Levvel werkt nauw samen met universiteiten zoals de UvA en VU en met ziekenhuizen zoals het Amsterdam UMC. Ze werken samen op het gebied van zorg, wetenschappelijk onderzoek en opleidingen.

3 keer per jaar gratis het magazine ontvangen?

Het Fonds Slachtofferhulp Magazine staat drie keer per jaar in het teken van een ander thema. Zoals online seksueel misbruik, rouw en noodhulp. Wil jij op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen? Ben je benieuwd naar de verhalen van slachtoffers en nabestaanden? Vraag het magazine gratis aan.

Jaarlijks verliezen honderden kinderen een dierbare als gevolg van een verkeersongeval. Welke rouwklachten ervaren deze kinderen en welke hulp sluit het beste aan bij hun behoeften?

Eind 2020 begon Iris van Dijk haar promotieonderzoek aan de Universiteit Utrecht. Onder de naam ‘TrafVic Kids’ onderzoekt zij de rouwklachten en hulpvraag van kinderen die een dierbare hebben verloren als gevolg van een verkeersongeval. We spraken Iris over de bevindingen tot nu toe en hoe het is om onderzoek te doen onder deze doelgroep.

Waarom is dit onderzoek nodig?

“We weten dat een plotseling verlies, zoals een verlies als gevolg van een verkeersongeval, traumatisch kan zijn voor volwassen nabestaanden. Zij kunnen last krijgen van complexe rouwklachten en moeite hebben om te functioneren. Hoe dit werkt bij kinderen is nog nauwelijks onderzocht. Met dit onderzoek willen we meer inzicht krijgen in wat voor kinderen de emotionele gevolgen zijn van het verliezen van een dierbare door een verkeersongeval en welke hulp aansluit bij hun behoeften. Uiteindelijk willen we een online rouwbehandeling op maat ontwikkelen zodat kinderen niet rond blijven lopen met problemen en hun leven weer kunnen oppakken.”

Wat is de status van het onderzoek op dit moment?

“We zijn begonnen met het ontwikkelen van een instrument om rouwreacties te meten bij kinderen en jongeren. Dit meetinstrument kan hulpverleners, maar ook onderzoekers, helpen bij het signaleren van mogelijke rouwproblemen bij kinderen. Verder onderzoeken we op dit moment of er factoren binnen het gezin zijn die kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van complexe rouw bij kinderen. We kijken bijvoorbeeld naar de rouwklachten van de ouder of verzorger zelf. Naar verwachting hebben we in 2023 een online rouwbehandeling ontwikkelen die we dan kunnen toetsen op effectiviteit.”

Waar moet je extra op letten als je onderzoek doet onder kinderen?

“Omdat dit onderzoek gaat over verlies is het extra belangrijk dat je in de gaten houdt wat voor effect de vragen hebben op het kind en dat je een niet-oordelende houding hebt, omdat het zo’n gevoelig onderwerp is. Sommige kinderen vinden het moeilijker of spannender dan anderen om een interview met mij te doen, maar ik heb de indruk dat de meeste kinderen het achteraf fijn vonden om erover te praten. Ze kunnen ook best goed onder woorden brengen wat hun gevoelens en gedachtes over verlies. Dat kunnen ze denk ik beter dan veel volwassenen zouden denken van kinderen.”

Oproep tot deelname TrafVic Kids

“Om passende hulp te ontwikkelen voor kinderen die het moeilijk vinden hun leven weer op te pakken, is het nodig veel kinderen te spreken over hun ervaringen. We zijn nog steeds op zoek naar kinderen en jongeren van 8 tot en met 18 jaar die ten minste 6 maanden geleden een dierbare zijn verloren en zich aan willen melden voor het onderzoek. Ook wanneer de oorzaak van het verlies anders is dan een verkeersongeval is deelname mogelijk. Kinderen en jongeren die momenteel minder rouwklachten ervaren, kunnen ook deelnemen aan het onderzoek. Kijk voor meer informatie over het onderzoek en hoe je je kunt aanmelden op www.trafvickids.nl.”

3 keer per jaar gratis het magazine ontvangen?

Het Fonds Slachtofferhulp Magazine staat drie keer per jaar in het teken van een ander thema. Zoals online seksueel misbruik, rouw en noodhulp. Wil jij op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen? Ben je benieuwd naar de verhalen van slachtoffers en nabestaanden? Vraag het magazine gratis aan.

Waarom is onderzoek nodig? 

“Het online delen van ongewenste seksuele ervaringen is een fenomeen dat we al langere tijd zien  – op social media, blogs en fora. Het begin van de #metoo-beweging in 2017 is daar het meest sprekende voorbeeld van. Slachtoffers lijken een behoefte te hebben om hun ervaringen te delen met anderen. Maar we weten ook: het internet is niet helemaal zonder gevaren. Wat biedt het internet dan voor slachtoffers dat ze misschien niet in de offline wereld vinden? Waarom kiezen slachtoffers ervoor om hun verhalen juist online te delen? Welke reacties krijgen zij? En welke gevolgen heeft dit? Dat zijn de vragen die aan de basis staan van ons onderzoek.” 

 Wat is jullie tot nu toe opgevallen? 

“Een veel gehoord geluid binnen de samenleving is dat mensen die ervoor kiezen om hun ervaringen online delen dit met name doen om de dader aan de schandpaal te nagelen. Opvallend genoeg zien we dat in het onderzoek niet echt terug. Binnen de Nederlandse samenleving lijkt weinig draagvlak te zijn voor zogenaamde e-shaming. Wel geven slachtoffers aan hun ervaring vast te willen leggen en hun hart te willen luchten. Voor sommigen heeft het opschrijven van hun verhaal een heilzame werking. Voor anderen is het de eerste stap in de zoektocht naar passende hulp. Hulp die zij bijvoorbeeld offline niet gevonden hebben. Wat we bovendien veel horen is dat mensen het gevoel hebben de enige te zijn – om vervolgens de verhalen van anderen te lezen en zich het tegenovergestelde te realiseren. Ze zien dan: wat ik heb meegemaakt was niet alleen een vervelende ervaring, maar het was ook misbruik, het was ook geweld. Door hun verhaal te delen hopen zij dat anderen dat ook inzien. Want ook andere willen helpen is een belangrijke beweegreden achter online disclosure.” 

 Op welke manier draagt ons platform WTFFF.nl hieraan bij? 

“Er heerst een taboe rond (online) seksueel misbruik. Dit maakt het voor mensen die dit meemaken lastig om hierover te praten. Daar biedt het internet een hele mooie kans – het online lezen van de (anonieme) verhalen van anderen kan (h)erkenning en steun geven. Gelukkig zijn er steeds meer platforms en initiatieven zoals WTFFF.nl, die een veilige plek bieden om dat te doen. Er zijn al veel verhalen gedeeld in de korte tijd dat WTFFF.nl online staat. Ik denk dat het nu al op een krachtige manier laat zien: het is een probleem, het komt veel en in allerlei verschillende vormen voor. En als slachtoffer ben je niet alleen.” 

 Waar willen jullie in de toekomst nog verder op inzoomen? 

“De belangrijkste factor die nu nog onbekend is, is het effect van online delen van jouw ervaring. Wat doet dit voor het slachtoffer, de (vermeende) dader en de samenleving? Eén van de meest sprekende nadelige gevolgen is het verkrijgen van negatieve reacties. We zien ze wel, maar gelukkig niet zo veel. Maar, we hebben geen zicht op eventuele negatieve reacties via dm’s en dergelijke. Terwijl zo’n negatieve reactie behoorlijk pijnlijk en schadelijk kan zijn. We zijn momenteel dan ook bezig met een vervolgonderzoek om meer inzicht in te kunnen krijgen in de effecten hiervan.” 

 

3 keer per jaar gratis het magazine ontvangen?

Het Fonds Slachtofferhulp Magazine staat drie keer per jaar in het teken van een ander thema. Zoals online seksueel misbruik, rouw en noodhulp. Wil jij op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen? Ben je benieuwd naar de verhalen van slachtoffers en nabestaanden? Vraag het magazine gratis aan.